
WK wielrennen - Tadej Pogacar achtste renner die zichzelf opvolgt als wereldkampioen op de weg

Georges Ronsse slaagde daar als eerste in door in 1928 en 1929 twee keer na elkaar goud te veroveren in de wegrit. Nadien volgden Rik Van Steenbergen (1956 en 1957), Rik Van Looy (1960 en 1961), de Italianen Gianni Bugno (1991 en 1992) en Paolo Bettini (2006 en 2007), de Slovaak Peter Sagan (2015, 2016 en 2017), die zelfs drie keer na elkaar wereldkampioen werd, en de Fransman Julian Alaphilippe (2020 en 2021) zijn voorbeeld. Ook Briek Schotte (1948 en 1950), Freddy Maertens (1976 en 1981) en de Amerikaan Greg LeMond (1983 en 1989) veroverden tijdens hun carrière twee wereldtitels.
Qua aantal wereldtitels moet Pogacar (voorlopig) enkel de Italiaan Alfredo Binda, de Spanjaard Oscar Freire, Eddy Merckx, Van Steenbergen en Sagan voor zich dulden. Zij mochten elk drie regenboogtruien in hun prijzenkast hangen. Vorig jaar vervolledigde de Sloveen de heilige 'Triple Crown' in het wielrennen door in hetzelfde jaar met de Giro en de Tour de France twee grote rondes te winnen en zijn eerste wereldtitel te pakken. Hij was toen de eerste renner sinds Stephen Roche in 1987 die daarin slaagde, Eddy Merckx had de Ier dat dertien jaar eerder voorgedaan.
Pogacar is wel de eerste renner in de geschiedenis die twee jaar na elkaar twee monumenten wint en wereldkampioen wordt. De Sloveense slokop won dit seizoen al de Ronde van Vlaanderen en Luik-Bastenaken-Luik, en kan binnen twee weken in de Ronde van Lombardije Merckx evenaren door in hetzelfde jaar drie monumenten en het WK te winnen. De Belgische wielergod realiseerde dat huzarenstukje in 1971.
