
Russische paralympiër verliest na elf jaar drie medailles vanwege dopinggebruik

Het onafhankelijke antidopingtribunaal van het IPC vond DNA-bewijs dat de slechtziende biatleet en langlaufer zijn urinemonsters had vervalst. Als gevolg daarvan is de nu 42-jarige Poloechin zijn gouden en twee zilveren medailles kwijt.
Het onderzoek kwam er na bewijsmateriaal van het Wereldantidopingagentschap (WADA) in het kader van door de staat georganiseerd dopinggebruik in de Russische sport tussen 2012 en 2015.
"Tijdens deze periode wisselden de laboratoria in Moskou en Sotsji bij de Olympische en Paralympische Winterspelen van 2014 in Sotsji 'vuile' urinemonsters uit voor 'schone' urine", aldus het IPC in zijn verklaring.
Poloechin gaf toe dat hij in februari 2014 trimetazidine buiten competitie had genomen, wat op dat moment was toegestaan, maar ontkende enige kennis van of betrokkenheid bij een monsterruil.
Er lopen volgens het IPC geen verdere onderzoeken naar dopinggevallen op de Paralympics van Sotsji. "Met de oplossing van deze zaak komt er een streep onder een langlopend proces naar mogelijke overtredingen van de antidopingregels door Russische atleten tijdens de Paralympische Winterspelen van Sotsji 2014", aldus een woordvoerder van het IPC.
